Dexia : Tussentijdse verklaring - 1T 2012


Gereglementeerde informatie* - Brussel, Parijs, 9 mei 2011 - 7.00 uur

In een economische context die moeilijk bleef en in een financiële omgeving die nog altijd gekenmerkt werd door een sterke volatiliteit, zette de herstructurering van Dexia zich door conform de doelstellingen van de Groep. Op 21 maart werd door de nationale overheden dan ook een ontmantelingsplan voorgelegd aan de Europese Commissie. Parallel daarmee werd verder onderhandeld over de verkoop van de operationele dochterondernemingen, waarbij onder meer begin april werd aangekondigd dat akkoorden waren gesloten over de verkoop van Banque Internationale à Luxembourg en van RBC Dexia Investor Services.

Conform de geldende wetgeving publiceert Dexia voor de periode eindigend op 31 maart 2012, een tussentijdse verklaring. Deze verklaring legt de nadruk op de belangrijkste recente gebeurtenissen en transacties en op de gevolgen daarvan voor de financiële situatie van de Groep.

Deze verklaring is gebaseerd op niet-geauditeerde cijfers per 31 maart 2012, met een ongewijzigde perimeter ten opzichte van eind 2011 bij afwezigheid van de afronding van transacties op de publicatiedatum van de verklaring. De niet-geauditeerde resultaten van het eerste kwartaal 2012 houden geen rekening met mogelijke bijkomende waardeverminderingen tengevolge van de afhandeling van de verkoop van Banque Internationale à Luxembourg[1]. De IFRS boekhoudregels vereisen een diepgaandere analyse daaromtrent.

1. Belangrijkste gebeurtenissen en transacties

A - Stand van zaken over het herstructureringsproces van de Groep

Vooruitgang

In oktober 2011 kondigde de Raad van bestuur van Dexia een reeks maatregelen aan als antwoord op de verergering van de crisis van de Europese overheidsschulden die in 2011 losbarstte. Deze crisis, die op de ratings van Dexia woog en uiteindelijk voor Dexia de toegang afsloot tot de markten van het niet-gedekte schuldpapier, had een heel sterke impact op de Groep.

Parallel met de nieuwe steun die werd toegekend door de Belgische, de Luxemburgse en de Franse staat, en die op 21 december 2011 door de Europese Commissie ten voorlopige titel werd goedgekeurd, werden een aantal structurele maatregelen opgezet, waaronder de verkoop van de meeste operationele entiteiten van de Groep.

De manier waarop dit verkoopplan wordt uitgevoerd, ligt in de lijn van de doelstellingen van de Groep :

  • Dexia werkt voort aan het loskoppelen van de nog bestaande banden tussen de Groep en Dexia Bank België (dat intussen is omgedoopt tot Belfius Bank en Verzekeringen), dat op 20 oktober 2011 werd verkocht aan de Belgische staat en op 1 oktober 2011 werd gedeconsolideerd. Op 31 maart 2012 had de Groep aan Belfius Bank en Verzekeringen niet-gedekte financieringen terugbetaald die eerder aan Dexia en aan zijn operationele entiteiten waren toegekend.  

  • In het kader van de onderhandelingen die in oktober 2011 waren gestart met het oog op de verkoop van Banque Internationale à Luxembourg (vroeger Dexia Banque Internationale à Luxembourg), werden op 4 april 2012 verkoopsovereenkomsten gesloten, die inhouden dat de groep Dexia haar belang van 99,906% in Banque Internationale à Luxembourg zal verkopen aan Précision Capital en aan het Groothertogdom Luxemburg[2]. Die transactie zou in het derde kwartaal van 2012 worden afgerond.  
  • Op dezelfde manier ondertekende Dexia op 3 april 2012 een verkoopsovereenkomst met Royal Bank of Canada voor de verkoop van zijn belang van 50% in RBC Dexia Investor Services[3]. Tegen midden 2012 zou deze transactie worden afgerond.  
  • Tegelijk lanceerde de Groep het verkoopsproces voor Dexia Asset Management. 

  • Als gevolg van de ondertekening op 16 maart jongstleden van een intentieverklaring tussen de Franse staat, Caisse des dépôts, La Banque Postale en Dexia worden tussen deze verschillende partijen de gesprekken voortgezet om, onder de best mogelijke voorwaarden, de overname van de activiteit van de groep Dexia die bestaat in het toekennen van leningen aan de Franse lokale besturen, te kunnen afronden.  

Al deze transacties zijn onderworpen aan het voorafgaande akkoord van de prudentiële toezichthouders, door de eigen organen van de werknemersvertegenwoordiging en door de Europese Commissie.

Verkoop van DenizBank

Op 31 maart 2012 was de afloop van het verkoopsproces van DenizBank, ondanks verdere gesprekken, te onzeker om de norm IFRS 5 toe te passen en een herclassificatie van de entiteit als "niet-courante activa of groepen aangehouden voor verkoop" te wettigen. Sinds die datum zijn de onderhandelingen met het oog op de verkoop van de entiteit voortgezet. Als er een akkoord komt, zou deze verkoop, rekening houdend met de aankoopwaarde van DenizBank, kunnen leiden tot een waardevermindering voor de groep Dexia.

B - Goedkeuring van het ontmantelingsplan van Dexia door de Europese Commissie

Een overzichtelijk plan om de Groep te ontmantelen werd op 21 maart 2012 door de Belgische, de Franse en de Luxemburgse staten voorgelegd aan de Europese Commissie. Dit plan beschrijft de strategie, het businessplan en de presentatie van het stappenplan van de Groep en besteedt daarbij bijzondere aandacht aan de verkoop van de operationele entiteiten en aan de vraag van een definitieve financieringswaarborg voor een bedrag van 90 miljard EUR.

Het voorlopig akkoord over de overheidswaarborg, dat loopt tot 31 mei 2012, staat de uitgifte toe van maximaal 45 miljard EUR gewaarborgde schuld. De gesprekken met de Europese Commissie over het ingediende plan lopen vandaag nog verder, maar het is echter weinig waarschijnlijk dat deze tegen 31 mei 2012 zullen afgerond zijn, het geen een verlenging van de voorlopige goedkeuring van de garantie zou impliceren.

In die context heeft Dexia bij de voorstelling van zijn jaarresultaten op 23 februari 2012 de aandacht gevestigd op het feit dat het goede verloop van het herstructureringsplan uitgaat van de verwezenlijking van een aantal fundamentele hypotheses, waaronder de omvang van de financiële compensatie die aan de overheden wordt betaald voor de liquiditeitswaarborg. De gesprekken met de overheden over de voorwaarden van compensatie voor de waarborg gaan voort.

2. Financiële situatie - niet-geauditeerd

A - Niet-geauditeerde resultaten 1T 2012

De groep Dexia boekte in het 1e kwartaal van 2012 een nettoverlies aandeel van de groep van 431 miljoen EUR, waarvan 416 miljoen EUR bij de activiteiten die zullen worden voortgezet en 15 miljoen EUR bij de activiteiten die zullen worden beëindigd en of van de hand gedaan. De niet-geauditeerde resultaten van het eerste kwartaal 2012 houden geen rekening met mogelijke bijkomende waardeverminderingen tengevolge van de afhandeling van de verkoop van Banque Internationale à Luxembourg aangezien de IFRS boekhoudregels een diepgaandere analyse daaromtrent vereisen.

Het resultaat van het 1e kwartaal werd vooral beïnvloed door verschillende eenmalige elementen die hieronder worden toegelicht en die een verlies vóór belastingen van 286 miljoen EUR vertegenwoordigden, evenals door de kost van de gewaarborgde financiering die sinds eind december 2011 wordt aangerekend in het kader van het akkoord over de tijdelijke waarborgregeling met de staten. De commissie voor de waarborgen die tijdens het 1e kwartaal aan de Belgische, de Franse en de Luxemburgse staat werd betaald, bedraagt 128 miljoen EUR vóór belastingen en berekend op basis van de gewaarborgde uitstaande schuld, waarvan 79 miljoen EUR voor de gewaarborgde schuld die werd uitgegeven onder de tijdelijke waarborgovereenkomst van 2011. De eenmalige elementen, die hieronder worden toegelicht, bestaan voornamelijk in een waardevermindering op de Participation Notes (Tier 1 instrument) gehouden in Kommunalkredit Austria (-145 miljoen EUR) en in een aanpassing of 102 miljoen EUR die te maken heeft met de verkoop van Dexia Municipal Agency. Belangrijk te vermelden is dat de aanpassing die verbonden is aan de verandering van de boekwaarde van Dexia Municipal Agency, niets verandert aan het verwachte verlies op de verkoop van deze entiteit dat eerder was meegedeeld.

Er dient vermeld te worden dat de opbrengst (484 miljoen EUR) van de terugkoop van de niet-cumulatieve eeuwigdurende effecten (hybride Tier 1) die waren uitgegeven door Dexia Funding en Dexia Crédit Local, niet geboekt werd als resultaat, maar dat deze rechtstreeks bijgedragen heeft tot de versterking van het kern eigen vermogen van de Groep (Core Tier 1) met 86 basispunten tegenover eind december 2011, waardoor de Core Tier 1-ratio van het ene kwartaal op het andere ongewijzigd bleef. Deze beide transacties worden beschreven in het hoofdstuk "Evolutie van de balans, de solvabiliteit en de liquiditeitssituatie van de Groep".

B - Impact van belangrijke elementen op de financïele situatie van de Groep

Aanpassing betreffende de verkoop van Dexia Municipal Agency

Ter herinnering, eind 2011 classificeerde Dexia in IFRS 5 een aantal operationele entiteiten die binnen de 12 maanden hoogstwaarschijnlijk verkocht zouden worden, waaronder Dexia Municipal Agency. Bijgevolg boekte Dexia in 4T 2011 in zijn rekeningen, op de rubriek "nettoresultaat van de beëindigde activiteiten", een verlies als gevolg van de verkoop van deze entiteit.

Eind maart 2012 werd deze berekening herzien, om rekening te houden met de verandering van de boekwaarde van Dexia Municipal Agency ten gevolge van de verbetering van de niet in de resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen (Other Comprehensive Income - OCI) tegenover eind 2011. Dexia boekte een aanpassing die - 102 miljoen EUR bedroeg als verlies in de resultatenrekening als gevolg van de herwaardering aan reële waarde . Deze aanpassing verandert niets aan het verwachte verlies op de verkoop van Dexia Municipal Agency, want vanuit het oogpunt van het totale eigen vermogen wordt de impact van de resultatenrekening van de -102 miljoen EUR gecompenseerd door een verbetering van de AFS-reserves in de niet in de resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen (Other Comprehensive Income - OCI) van Dexia Municipal Agency.

Waardevermindering op de Participation Notes (Tier 1 instrument) in Kommunalkredit Austria

Dexia besliste in het 1e kwartaal van 2012 om een waardevermindering van 145 miljoen EUR toe te passen op de 200 miljoen EUR van participation notes (Tier 1 instrument) die Dexia Crédit Local aanhoudt in KA Finanz AG en KA New, de twee banken die zijn ontstaan uit de splitsing van Kommunalkredit Austria AG in 2009.

In november 2008 had de Republiek Oostenrijk de controle verworven over Kommunalkredit Austria AG, waarin Dexia Crédit Local een belang had van 49%, naast meerderheidsaandeelhouder ÖVAG. Om deze transactie te vergemakkelijken, was Dexia Crédit Local toen bereid om 200 miljoen EUR van zijn ongedekt risico op Kommunalkredit Austria AG om te zetten in participation notes, die door de Oostenrijkse bankwetgeving worden beschouwd als Tier 1-effecten. Bij de splitsing van Kommunalkredit Austria AG werd dit bedrag van 200 miljoen EUR als volgt verdeeld : 151,66 miljoen EUR in KA Finanz AG en 48,34 miljoen EUR in KA New.

Op 25 april 2012 werd tijdens de Algemene vergadering van KA Finanz AG een besluit goedgekeurd, dat voorziet in het compenseren van de opgestapelde verliezen door de annulatie van de participation notes toegekend aan KA Finanz AG, en dit met terugwerkende kracht tot 31 december 2011. Dexia vindt deze beslissing in tegenspraak met de contractuele voorwaarden van zijn investering en wil zijn rechten doen gelden. De Groep heeft niettemin beslist om, zonder op het resultaat van deze procedures vooruit te lopen, een waardevermindering van 145 miljoen EUR (op de 200 miljoen EUR van participation notes) door te voeren in haar rekeningen op 31 maart 2012.

C - Toelichting bij segment reporting

Als we de verkoop van Dexia Bank België in oktober 2011 niet meerekenen, kwamen de totale klantentegoeden van Retail and Commercial Banking eind maart 2012 uit op 41 miljard EUR, waarvan 24,5 miljard EUR deposito's en 16,5 miljard EUR buitenbalansproducten. De kredieten kwamen uit op 22,9 miljard EUR.

In Luxemburg haalden de klantentegoeden eind maart 2012 een bedrag van 27,8 miljard EUR. De uitstaande kredieten bedroegen 9,2 miljard EUR.

In Turkije liet de deposito-inzameling in 1T 2012 een groei van 12 % optekenen in vergelijking met 4T 2011, wat leidde tot een totaal uitstaand bedrag van 30,0 miljard TRY (of 12,7 miljard EUR).  Alle activiteitssegmenten droegen bij tot deze stijging, en met name de segmenten private and commercial banking en grote bedrijven. De kredieten stegen met 4 % tot 32,4 miljard TRY (13,7 miljard EUR) na een lichte vertraging eind 2011. De sterke depositogroei leidde tot een gevoelige verbetering van de verhouding kredieten/deposito's tot 108 %, het laagste percentage sinds DenizBank in 2006 werd overgenomen. Eind 2011 bedroeg deze ratio nog 116 %. Eind maart 2012 had DenizBank 5,2 miljoen klanten en 589 binnenlandse kantoren.

Het resultaat vóór belastingen van 1T 2012 van de Retail and Commercial Banking activiteit van DenizBank profiteerde van de stabiele commissie-opbrengsten én van de stijging van de rente-opbrengsten bij constante wisselkoers, terwijl ook de kosten in gunstige zin evolueerden ten opzichte van het vorige kwartaal.

In lijn met het ontmantelingsplan van de Groep dat werd voorgelegd aan de Europese Commissie, werden de nieuwe verbintenissen op lange termijn van het metier Public and Wholesale Banking beperkt tot de acties die gekoppeld zijn aan het schuldbeheer van de gestructureerde kredieten afgesloten vóór het implementeren van het Gissler-charter[4]. Ze bedragen 221 miljoen EUR, een daling met 86 % ten opzichte van 4T 2011. Dit weerspiegelt enerzijds het dynamisme van het laatste kwartaal dat werd ondersteund door de toekenning van specifieke middelen, en anderzijds ook het seizoengebonden karakter van de activiteit. De verbintenissen op lange termijn van de Groep zijn in deze context met 5% gedaald tot 167 miljard EUR.  

In Frankrijk bleven de marges op de nieuwe productie toenemen (+48 %), maar in heel lage volumes.  

Op 31 maart 2012 kwamen de beheerde activa van Dexia Asset Management uit op 79,3 miljard EUR, tegenover 78,0 miljard EUR eind 2011. De beheerde activa profiteerden van een gunstig markteffect van 3,1 miljard EUR tijdens het eerste kwartaal van 2012, alsook van een positieve netto-inzameling die voortkomt van institutionele mandaten van derden en van retail and private banking (zonder rekening te houden met de geprogrammeerde uitstroom van 2,6 miljard EUR van een dochterbedrijf dat in 2010 werd verkocht).  

Investor Services zag de administratief beheerde activa met 4 % stijgen in vergelijking met 4T 2011, tot 2 148 miljard EUR. Deze vooruitgang, die lichtjes werd afgeremd door een ongunstig wisselkoerseffect, is tegelijk gestoeld op een organische groei of een groei die wordt gegenereerd door nieuwe klanten, en op de evolutie van de belangrijkste financiële markten waarop RBC Dexia Investor Services actief is. Het aantal administratief beheerde fondsen steeg in dezelfde periode van zijn kant met bijna 2 %.  

Op 31 maart 2012 kwamen de totale verbintenissen van de Legacy Portfolio Management Division uit op 87,6 miljard EUR, inclusief de buitenbalansverbintenissen. De balansverplichtingen bedroegen 85,0 miljard EUR, een daling met 4,7 miljard EUR tegenover eind 2011.

Aangezien de doelstelling om de omvang van de balans te verminderen werd bereikt via de verkoop van operationele entiteiten, heeft de Groep geopteerd voor een meer opportunistische strategie rond de verkoop van activa, om op die manier de verliezen op de verkopen te beperken. De twee belangrijkste doelstellingen die ze daarbij voor ogen heeft, blijven de verbetering van de liquiditeitspositie van de Groep en de vermindering van haar risicoprofiel. In 2012 werd de verkoop van obligaties gerealiseerd samen met openbare biedingen om achtergestelde eeuwigdurende effecten terug te kopen die waren uitgegeven door  Dexia Crédit Local (cf. hoofdstuk "Evolutie van de balans, de solvabiliteit en de liquiditeitspositie van de Groep"), en in het kader van een effectenruil die werd gerealiseerd bij de ondertekening van het akkoord rond de verkoop van RBC Dexia Investor Services aan Royal Bank of  Canada[5].

Wat de leningen betreft, geeft Dexia voortaan de voorkeur aan vervroegde terugbetalingen die onderhandeld worden met de klanten van de Groep.

Tijdens de eerste vier maanden van dit jaar verkocht Dexia voor 3,0 miljard EUR activa, waarvan 2,4 miljard EUR obligaties (0,9 miljard EUR op 31 maart 2012, met een verlies van 9 miljoen EUR) en 0,6 miljard EUR leningen (20 miljoen EUR op 31 maart 2012, zonder verlies).

Het resultaat van de Legacy Division voor het 1e kwartaal van 2012 wordt voornamelijk gekenmerkt door een hogere herfinancieringskost dan de vorige kwartalen, als gevolg van de impact van de kostprijs van de gewaarborgde financieringen, en door het margeverlies op de verkochte activa.

De gedetailleerde evolutie van de diverse segmenten van de Legacy Division wordt hieronder toegelicht.

De obligatieportefeuille in afbouw heeft op 31 maart 2012 een waarde van 71,4 miljard EUR. Omdat de Groep in het kader van de verkopen vooral aandacht schonk aan de meest risicovolle activa, is de kredietkwaliteit van de portefeuille in de loop van het kwartaal verbeterd, want 91% van de activa is « investment grade ».

De verbintenissen in afbouw van het metier Public and Wholesale Banking bedragen 11,5 miljard EUR, waarvan 2,6 miljard EUR (3,3 miljard USD) aan liquiditeitslijnen (SBPA) toegekend aan openbare besturen in de Verenigde Staten, die slechts voor een beperkt bedrag van 0,2 miljard EUR (0,2 miljard USD) werden getrokken. Tijdens het kwartaal daalden de verbintenissen met 2,9 miljard EUR, vooral als gevolg van verkopen, vervroegde terugbetalingen en de natuurlijke afschrijving van de activa.

De portefeuille Financial Products omvatte 5,9 miljard USD (4,8 miljard EUR) activa, waaronder 4,2 miljard USD aan activa van hoge kwaliteit (voornamelijk treasury bills - Amerikaans schatkistpapier) die als onderpand dienen voor de Guaranteed Investment Contracts (GIC) om de portefeuille te financieren. Zonder deze 4,2 miljard USD was de portefeuille voor 94 % « investment grade » op 31 maart 2012.

D - Evolutie van de balans, de solvabiliteit en de liquiditeitssituatie van de Groep

Balans en solvabiliteit

Op 31 maart 2012 kwam de totale geconsolideerde balans van de groep Dexia uit op 399 miljard EUR. Dat is 14 miljard EUR minder dan op 31 december 2011. Deze daling is vooral het resultaat van een weerkerende trend, namelijk een daling van de uitstaande "Core" leningen van Public and Wholesale Banking met 6,5 miljard EUR en van de uitstaande activa van de Legacy Division met 4,7 miljard EUR. Bovendien werd de balans ook beïnvloed door de stijging van de langetermijnrente die tot een vermindering van de gestorte  bedragen, die als marge dienen bij de swap verrichtingen, van 4,8 miljard EUR leidde.

Eind maart 2012 bedroeg het kern eigen vermogen van de Groep 7,6 miljard EUR, na de impact van het nettoverlies van 431 miljoen EUR dat in het eerste kwartaal van 2012 werd geleden. De niet in de resultatenrekening opgenomen winsten en verliezen (Other Comprehensive Income - OCI) bedroegen -8 miljard EUR. Globaal genomen lieten de OCI een verbetering optekenen van 1,6 miljard EUR ten opzichte van 31 december 2011. Dat is vooral het gevolg van de vermindering van de AFS reserve, die kan worden verklaard door de vernauwing van de kredietmarges op de staatsobligaties, voornamelijk de Italiaanse en Poolse staatsobligaties, en op de gedekte Spaanse obligaties.

Op 31 maart 2012 bedroeg de Tier 1-ratio 7,0 % (tegenover 7,6 % eind december 2011) en de Core Tier 1-ratio 6,7 % (tegenover 6,4 % eind december 2011). Op dezelfde datum bedroeg het Tier 1-kapitaal 5,8 miljard EUR, een stijging met 461 miljoen EUR tegenover eind 2011, en het Core Tier 1-kapitaal 6,1 miljard EUR, een daling met 216 miljoen EUR. De gewogen risico's kwamen uit op 86,5 miljard EUR.

Op 31 maart 2012 profiteerde het Core Tier 1-kapitaal van de volgende elementen, die het in het 1e kwartaal van 2012 geboekte verlies ruimschoots compenseerden :

  • Het resultaat van 484 miljoen EUR op de terugkoop van de uitgiften van hybride Tier 1-kapitaal van Dexia Crédit Local en Dexia Funding Luxembourg, 

  • Een kapitaalvrijgave met 310 miljoen EUR als gevolg van de terugbetaling door Belfius Bank & Verzekeringen van achtergestelde schuld in handen van de Groep, 

  • 96 miljoen EUR gecumuleerde omrekeningsverschillen verbonden aan DenizBank. 

De Tier 1-ratio werd beïnvloed door :

  • De terugkoop van uitgiften van hybride Tier 1-kapitaal van Dexia Crédit Local en Dexia Funding Luxembourg, wat resulteerde in een daling van 1,1 miljard EUR hybride kapitaal, 

  • Een kapitaalvrijgave met 424 miljoen EUR als gevolg van de terugbetaling door Belfius Bank & Verzekeringen van achtergestelde schuld in handen van de Groep. 

We herinneren er nog even aan dat de solvabiliteitsratio's van de Groep eind 2011 fors gedaald waren omdat de waarschijnlijke verliezen op de verkopen en de herwaardering aan fair value van alle entiteiten die geclassificeerd werden volgens de IFRS5-regels, op voorhand werden geboekt, terwijl de Groep niet kon profiteren van de ermee samenhangende vermindering van de gewogen risico's. Deze asymmetrie zal pas worden gecorrigeerd bij de afronding van de verkopen in kwestie. Zonder de gewogen risico's van de entiteiten die in 2012 heel waarschijnlijk verkocht zullen worden, zouden de geschatte pro forma Tier 1- en Core Tier 1-ratio's van de Groep respectievelijk 7,3 % en 7,2 % bedragen.

Impact van de "liability management" operaties

Twee openbare biedingen om niet-cumulatieve eeuwigdurende effecten (hybride Tier 1) terug te kopen werden tijdens het eerste kwartaal van 2012 uitgevoerd. Het eerste bod slaat op effecten die waren uitgegeven door Dexia Funding Luxembourg voor een nominaal bedrag van 500 miljoen EUR, het tweede op effecten die waren uitgegeven door Dexia Crédit Local voor een nominaal bedrag van 700 miljoen EUR. De twee tenders hadden heel wat succes op de markt en haalden een resultaat van respectievelijk 91,84 % en 91,96 %. De aan de beleggers voorgestelde terugkoopprijzen bedroegen 25 % en 24 % van de pari.

Het terugkopen van de niet-cumulatieve eeuwigdurende effecten die zijn uitgegeven door Dexia Funding Luxembourg, werd uitgevoerd door Dexia Bank België (vandaag Belfius Bank & Verzekeringen) in het kader van het loskoppelen van de banden tussen deze entiteit en de groep Dexia, zoals gepland in oktober 2011. Dexia Bank België heeft in het kader van het bod de effecten van Dexia Funding Luxembourg gekocht in de markt tegen een vaste prijs en heeft deze a pari terug verkocht aan Dexia, aangezien het oorspronkelijk geemitteerde totale bedrag door Dexia Funding Luxemburg werd doorgeleend aan Dexia Bank België in de vorm van een super achtergestelde intragroepslening. Na de terugkoop van de emissie van de eeuwigdurende effecten heeft Dexia Bank de super achtergestelde lening terugbetaald ten belope van de effecten die op de markt werden teruggekocht.

Het bod van Dexia Funding Luxembourg werd gelanceerd op 20 februari en afgesloten op 29 februari 2012. Het werd gevolgd door de lancering van het bod van Dexia Crédit Local op 2 maart, dat werd afgesloten op 14 maart 2012. Het openbaar bod tot terugkoop dat werd gelanceerd door Dexia Crédit Local, beantwoordde aan de doelstelling om de kern eigen vermogen van Dexia en van haar dochter Dexia Crédit Local te versterken, en werd geprefinancierd via een verkoop van activa. Door de combinatie van deze verkoop van activa en de terugkoop van de eeuwigdurende effecten waren deze operaties neutraal voor de liquiditeitssituatie van de Groep.

De twee terugkoopoperaties, die geen impact hadden op de liquiditeitsbehoefte van de Groep, leidden tot een verbetering van de Core Tier 1-ratio met 86 basispunten ten opzichte van de ratio van eind december 2011, en hadden geen impact op de Tier 1-ratio.

Evolutie van de liquiditeitssituatie van de groep Dexia

Het financieringsprogramma van de groep Dexia voor 2012 zal vooral berusten op door de overheden gewaarborgde financieringen, die worden uitgegeven in het kader van de overeenkomst rond tijdelijke waarborgen die door de Europese Commissie op 21 december 2011 werd goedgekeurd, en op financieringen gegeven door de centrale bank.

Tijdens het 1e kwartaal van 2012 gaf de Groep gewaarborgd schuldpapier uit ter waarde van 19 miljard EUR, zodat het totale bedrag van het uitgegeven schuldpapier dat onder het akkoord van 2011 valt, op eind maart 2012 uitkomt op 41 miljard EUR[6]. Deze uitgiftes van gewaarborgd schuldpapier werden in eerste instantie aangewend om het gebruik van de noodliquiditeitslijn (ELA) bij de centrale banken, die eind maart 10 miljard EUR bedroeg, te beperken. Ze maakten het eveneens mogelijk om de niet-gedekte financieringen die door Belfius Bank en Verzekeringen (ex Dexia Bank België) aan de Groep waren toegekend, terug te betalen. Die terugbetaling gebeurde in overeenstemming met de akkoorden tussen beide instellingen die werden gesloten bij de verkoop van Dexia Bank België aan de Belgische staat. De gewaarborgde uitgiftes hadden looptijden tot 3 jaar. Ook de deelname van de Groep aan de tweede LTRO-operatie[7] op drie jaar van de Europese centrale bank had een gunstige impact op het financieringsprofiel van de Groep, omdat ze haar in staat stelde om haar liquiditeitsbehoefte op korte termijn te verminderen en de levensduur van haar financieringen te verlengen.

De financieringsstructuur van de groep Dexia is dus sinds eind december 2011 in positieve zin veranderd. Op 31 maart 2012 bedroeg de behoefte aan kortetermijnfinanciering van de Groep 61 miljard EUR tegenover 88 miljard EUR eind december 2011. Het plan dat door de overheden aan de Europese Commissie is voorgelegd, voorziet in een definitieve waarborg van 90 miljard EUR om de financieringsbehoeften van de Groep op lange termijn te dekken. De toepassing van deze definitieve waarborg blijft onderworpen aan de goedkeuring van het plan dat door de staten is voorgelegd aan de Europese Commissie. 

3. Bijlagen

Bijlage 1 - MCRE van uitstaande portefeuille staatsobligaties op een selectie van Europese landen

Het Maximum Credit Risk Exposure (MCRE) omvat het uitstaand boekhoudkundige nettobedrag zijnde het nominale bedrag na aftrek van specifieke waarverminderingen en bedragen in de reserve van effecten beschikbaar voor verkoop, rekening houdend met de gelopen rente en de boekhoudkundige impact van de afdekking van de reële waarde.

Staatsobligaties op een selectie van Europese landen op 31 maart 2012
In miljoenen EUR Notioneel MCRE waarvan bancaire portefeuille
Griekenland 1 160 292 292
Ierland 0 0 0
Italië 10 898 11 665 11 665
Portugal 1 917 1 589 1 589
Spanje 480 471 471
Totaal 13 295 14 017 14 017

Niet-geauditeerde cijfers.

 

Bijlage 2 - Obligatieportefeuille in afbouw op 31/03/2012

Krediet kwaliteit van de obligatieportefeuille in afbouw  
In miljarden EUR AAA AA A BBB NIG Totaal
Openbare sector 1,3 11,9 5,8 3,1 1,5 23,7
Soeverein 1,1 1,5 7,0 0,8 2,4 12,7
Banken 1,7 2,4 3,6 0,9 0,5 9,2
Covered bonds 1,9 1,9 2,6 1,4 0,1 7,8
ABS 4,6 0,3 0,2 0,2 0,1 5,3
MBS 1,1 0,5 0,4 0,2 0,5 2,6
Andere 0,1 0,4 2,3 5,8 1,5 10,0
Totaal (nominaal voor bescherming) 11,8 18,8 21,9 12,3 6,5 71,4

Niet-geauditeerde cijfers.

 

Bijlage 3 - Geschillen

Zoals vele financiële instellingen is Dexia betrokken bij een aantal reglementaire onderzoeken en geschillen, met inbegrip van class actions in de Verenigde Staten en Israël. Het overzicht hieronder is een samenvatting van de voornaamste ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan tijdens het eerste kwartaal van 2012 in de meest belangrijke reglementaire onderzoeken en geschillen waarin entiteiten van de Groep als verweerder zijn betrokken, gebaseerd op de informatie waarover Dexia beschikte op 31 maart 2012 of op de latere datum vermeld in de desbetreffende samenvatting. De onderstaande update zijn updates ten opzichte van, en moeten worden gelezen samen met, de desbetreffende samenvattingen vermeld of waarnaar wordt verwezen in de sectie "Juridische risico's" van het Jaarverslag 2011 (pagina's 84 tot en met 87), beschikbaar op www.dexia.com.

Ontwikkelingen die zich zouden hebben voorgedaan tijdens het eerste kwartaal van 2012 met betrekking tot andere geschillen en onderzoeksprocedures waarvoor een samenvatting is opgenomen in de sectie "Juridische risico's" van het Jaarverslag 2011 maar waarvoor hieronder geen geactualiseerde samenvatting is opgenomen, werden, op basis van de informatie waarover Dexia op 31 maart 2012 beschikte, ofwel niet geacht een belangrijke invloed te hebben op de financiële positie van de Groep, ofwel liet de beschikbare informatie op dat tijdstip de Groep niet toe een adequate inschatting te maken of deze ontwikkelingen een dergelijke impact zouden kunnen hebben.

Dexia Crediop

In het geschil tussen Dexia Crediop en de Provincie Pisa, heeft De Raad van State besloten op 28 februari 2012 de expertise te heropenen door aan de expert aangesteld door het gerechtshof te vragen een aanvullend verslag te maken tegen 14 mei 2012 mbt de specifieke problemen aangehaald door de expert aangesteld door de Provincie. Een verzoek van de Provincie van Pisa om de expert aangesteld door het gerechtshof te vervangen werd afgewezen in een separate beslissing van de Raad van State eind april 2012.

In dit stadium is Dexia niet redelijkerwijze in staat de duur of de uitkomst van deze rechtszaken of hun mogelijke financiële gevolgen te voorspellen.

Dexia Crédit Local

Op 31 maart 2012 zijn er 20 burgerlijke vorderingen hangende tegen Dexia Crédit Local in het kader van de gestructureerde financieringen. Bovendien zou blijkbaar een nieuwe strafrechtelijke vordering ingediend zijn tegen Dexia Crédit Local. Deze laatste betwist welke strafbare feiten dan ook gepleegd te hebben.

In dit stadium is Dexia niet redelijkerwijze in staat de duur of de uitkomst van deze rechtszaken of hun mogelijke financiële gevolgen te voorspellen.

Kommunalkredit Austria

De Republiek Oostenrijk heeft in november 2008 de controle verworven van Kommunalkredit Austria AG, waarin DCL een participatie aanhield van 49% naast de meerderheidsaandeelhouder ÖVAG. In het kader van deze transactie had Dexia Crédit Local aanvaard om EUR 200 miljoen niet-bevoorrechte vorderingen op Kommunalkredit Austria AG te converteren in zogen. Participation notes, een Tier 1 instrument onder de Oostenrijkse wetgeving op het bankwezen. Naar aanleiding van de splitsing van Kommunalkredit Austria AG, werd de verplichtingen onder deze notes ten belope van EUR 200 miljoen als volgt gealloceerd : EUR 151,66 miljoen aan "KA Finanz AG" en EUR 48,34 miljoen aan "KA nieuw".

Tijdens de algemene vergadering van KA Finanz AG van 25 april 2012, werd een resolutie goedgekeurd die voorziet in een toerekening van het geacumuleerde verlies op de volledige hoofdsom van de notes aldus gealloceerd aan KA Finanz, en dit met retroactieve werking vanaf 31 december 2011. Dexia beschouwt deze beslissing als strijdig met de contractuele bepalingen van toepassing op haar investering en is van plan haar rechten te laten gelden.

* Dexia is een beursgenoteerde onderneming. Dit persbericht bevat informatie die onderworpen is aan de transparantievoorschriften voor beursgenoteerde ondernemingen.

[1]  Dexia zal communiceren zodra de analyse beëindigd is en in de mate dat deze analyse een significant impact heeft.

[2] Cf. persbericht van 5 april 2012.
[3] Cf. persbericht van 3 april 2012.
[4]Het Gissler-charter is een document dat een klassering mogelijk maakt van gestructureerde leningen in de openbare sector op basis van hun gevoeligheid voor de financiële markten. Het biedt een kader om deze leningen te klasseren op een « schaal van Gissler ». Dexia was een voorloper in de promotie van een gedragscode rond leningen aan de openbare sector en heeft dit charter actief gesponsord met het oog op het verbeteren van de transparantie van financiële transacties met de openbare sector.
[5]Cf. persbericht van 3 april 2012.

[6]De uitstaande gewaarborgde schuld kan worden geraadpleegd op de website van de NBB via de link http://www.nbb.be/DOC/DQ/warandia/index.htm

[7]« LTRO » of « herfinancieringsoperatie op langere termijn » gelanceerd op 01/03/2012 met een looptijd van 3 jaar.


Attachments

Tussentijdse verklaring - 1T 2012